Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Indien gij gesmaad wordt om den Naam van Christus, zo zijt gij zalig; want [34]de Geest der heerlijkheid, en [35][de Geest] van God rust op u. Wat [36]hen aangaat, [37]Hij wordt wel gelasterd, maar wat u aangaat, [38]Hij wordt verheerlijkt. 34. Dat is, die u met heerlijkheid als kinderen Gods versiert, gelijk Hij de Geest der waarheid, der wijsheid, enz., ook elders wordt genaamd; Jes.11:2; Joh.16:13. 35. Dat is, die ons God door Christus en om Christus' wil mededeelt, in ons als Zijn leden woont en ons derhalve Christus in dezen gelijkvormig maakt. 36. Namelijk uwe verdrukkers. 37. Namelijk deze Geest, die deze vrijmoedigheid in u baart. 38. Namelijk als gij in het midden van de verdrukking Zijn kracht en vertroosting in u gevoelt, en daardoor bij anderen bewijst. Zie Matth.10:19; Luk.12:11; Joh.14:16,17.